Stabiliteitstraining

Ons spierstelsel bestaat uit 2 verschillende soorten spieren: Grote (globale) spieren: gebruiken we om gedurende een korte periode veel kracht te zetten. Kleine ( lokale) spieren:controleren de beweging. Zijn met weinig kracht al functioneel en kunnen bepaalde posities/houdingen gedurende lange tijd volhouden. De kleine spieren zijn slimme spieren, deze spieren zorgen voor stabiliteit. Om deze spieren te trainen moeten oefeningen met relatief weinig kracht gedaan worden. Stabiliteitstraining is er op gericht de kleine spieren door middel van balansverstoring aan het werk te zetten. Het gaat bij balans/stabiliteitstraining dan ook vooral om de techniek van de beweging en niet om de kracht waarmee de beweging wordt uitgevoerd. Wanneer een lichaam niet in balans ( instabiel) is, worden alle grote rugspieren aangesproken om u in positie te houden. Deze spieren zijn hier niet geschikt voor, krijgen een te hoge spierspanning en leveren zo pijnklachten op. Wanneer de kleine spieren de gewrichten in balans en positie houden hoef je de lange rugspieren slechts te gebruiken voor grotere krachtsinspanningen. Stabiliteit is een belangrijk item in sport en therapie. Een instabiele wervelkolom geeft mogelijk klachten op wervelkolomniveau, maar ook voor de functie van de extremiteiten is een stabiele wervelkolom een voorwaarde.

U leert in balans te komen door oefeningen uit te voeren met ballen. U oefent thuis, de therapeut controleert de uitvoering van de oefeningen in de praktijk. Voor veel patiënten- ook van chronische aandoeningen- geldt dat ze maar enkele keren terug hoeven te komen. Ze krijgen door regelmatig zelf de oefeningen te doen de regie over hun eigen lichaam terug. Stabiliteitstherapie is ook zeer geschikt ter preventie van klachten, zoals: Rug Nek en hoofdpijn Scoliose Bekkeninstabilliteit RSI/CANS Parkinson Multiple Sclerose (MS) Fibromyalgie